Urmond, het huidige Oud-Urmond, wordt in historische bronnen voor het eerst genoemd in 1153. Tussen 1500 en 1800 was het een voor het hertogdom Gulik belangrijke havenplaats aan de Maas. Voor zover bekend had Urmond geen stadsrechten maar was het een “Vrijheid” zoals blijkt uit een document van 1595. Een “Vrijheid” had een lagere status dan stadsrechten maar leverde de inwoners wel veel voordelen zoals recht op belastingheffing, erfrecht en waarborging tegen beslagleggingen en het recht om tol te heffen. Hierdoor heeft Urmond een rijk verleden, waarvan de vele rijks- en particuliere monumenten nog de stille getuige zijn. De Gulikse Vrijheid Urmond was gedeeltelijk omwald en bezat enkele poorten.
In de loop van de tijd hebben niet alleen oorlogen, maar ook overstromingen en lage waterstanden gezorgd voor een achteruitgang van de maasvaart in de regio. Dit resulteerde uiteindelijk in de aanleg van het Julianakanaal en de Zuid-Willemsvaart. De Urmondse maashaven verzandde en werd overbodig. Als gevolg van de mijnbouw is het lagere gedeelte van Urmond, inclusief de vroegere haven, in de vorige eeuw meters verzakt. Dit heeft geleid tot veel schade aan en afbraak van diverse karakteristieke gebouwen en huizen. Aan het verdere verval van Oud-Urmond is jaren geleden een halt toegeroepen dankzij de Urmondse Monumenten Stichting, het St. Leendertcomité en particuliere eigenaren van monumentenwoningen. Het St. Leendertcomité heeft in 2011 het initiatief tot oprichting van VRIJHEID URMOND genomen.